6e inzicht - karakterstructuren

Categorie indeling
Home
Energetisch lichaam
Celestijnse belofte
Celestijnse-Belofte.jpg

Celestijnse belofte

1e inzicht - toeval
2e inzicht - kerk en wetenschap
3e inzicht - energiegericht denken
4e inzicht - de strijd om energie
5e inzicht - ontvankelijk worden universele energie
6e inzicht - karakterstructuren
7e inzicht - transformatie
8e inzicht - intuïtie
9e inzicht - de toekomst
10e inzicht - het reïncarnatieproces
11e inzicht - alles is energie
Reiki-2.svg

De Celestijnse belofte is een boek (met vervolgen) van James Redfield. Op een eenvoudige manier en in een pakkende verhaallijn weet hij de basis van energiewerk zoals reiki uit te leggen. Als je het verhaal eraf haalt blijft een zeer overzichtelijke opbouw over hoe energie zich laat opbouwen en hoe je hiermee kunt werken. Het geheel beslaat 11 inzichten:

Alle inzichten moet je begrijpen, maar ook voelen en ervaren. Het is geen theoretisch aanneembaar stuk, het moet echt gevoelsmatig binnenkomen. De verdere inzichten kan je pas ten volle begrijpen als je de voorgaande inzichten begrijpt, voelt en ervaart.


6e inzicht - karakterstructuren

In het vierde inzicht hebben we geleerd dat mensen snel geneigd zijn energie van elkaar te ontrekken. In het zesde inzicht worden deze energiemanipulaties uitgewerkt tot vier karakterstructuren:

  • bullebak/leider
  • ondervrager
  • afstandelijke
  • arme ik

Ieder mens valt binnen één karakterstructuur, deze vormt hij in zijn jeugd en behoudt hij zijn gehele leven. Daarnaast gebruiken we alle 4 de structuren ook als beheersingsysteem om onze karakterstructuur te beschermen. Vooral bij een ouder/kind relatie is dit goed zichtbaar. Door naar je eigen karakterstructuur te kijken, zie je die van je ouders. De Celestijnse belofte gaat er van uit dat elk ongeboren geest (toekomstig kind) zijn ouders bewust kiest, mede op basis van deze structuren. Dit doet deze om zo een goede voorwaarden te creëren om haar eigen levensvisie te kunnen voldoen (hierover meer in het 10e inzicht).

Bullebak/leider

Elke karakterstructuur heeft 2 kanten, een positieve (de transformatie) en een negatieve (het beheersingsdrama). Deze 2 kanten komen het duidelijkst naar voren bij de meest dominante structuur, die van de bullebak/leider. Beiden stelen/ontvangen energie door middel van dominantie. Zij zijn de baas, zetten bepalen wat er gebeurd en krijgen daar de credits voor. De bullebak doet dit op een negatieve manier (intimidatie, luidruchtigheid, haantjesgedrag, egocentrisme en fysiek en/of communicatief agressief gedrag) en de leider op een positieve manier (stimulerend, een voorbeeld zijn, goede ideeën hebben). De bullebak creëert de meeste schade omdat deze uitgaat van energieroof, hij kent geen communicatie op basis van gelijkwaardigheid en probeert altijd de belangrijkste te zijn en heeft geen interesse voor de ander. Een bullebak 'zuigt' werkelijk de energie uit een ander.

Het beheersingsysteem wordt gebruikt om de karakterstructuur te beschermen en dit is afhankelijk van de situatie waarin de persoon zich bevind. Als een bullebak iedereen meekrijgt en iedereen luistert naar hem zal hij dit willen continueren. Als er veel oppositie is zal hij juist gaan overheersen en pressie geven. Dit 'continueren' of 'overheersen' doet hij dus middels een beheersingsysteem.

Ondervrager

ondervragers zijn net als bullebak/leider dominante personen en ze zijn communicatief zeer sterk. Ze proberen via de discussie een te overheersen, en zo energie van die ander te ontnemen. Ze zjjn vaak negatief ingesteld, wijzen steeds op iemands zwakke plekken, bekritiseren de fouten of vergissingen van anderen. Een ondervrager kan dit ook uiten door overbezorgd, jaloers of perfectionistisch te zijn. Een ondervrager kan moeilijk iets aardigs of liefs zeggen, zonder er direct een negatieve draai er aan te geven. Een ondervrager kan ook positiever ingesteld zijn, maar richt zich dan steeds op de buitenwereld, om zo zijn eigen problemen op het tweede plan te krijgen.

Een veelgebruikt beheersingsysteem van de ondervrager is een 'arme ik' of een 'afstandelijke'.

Afstandelijke

afstandelijke mensen denken dat ze anders zijn en dat niemand hun begrijpt. Zodoende sluiten ze zich geheel of gedeeltelijk af van de wereld om hun heen. In extreme gevallen creëren ze een eigen wereld waarin ze zich thuis voelen. Kinderen worden vaak afstandelijk door hun dominante gedrag van hun ouders (bullebak of ondervrager). Door zich af te sluiten wapenen zij zich tegen dit gedrag, Ze sluiten zich echter ook af voor datgene waar ze juist zoveel behoefte aan hebben (aandacht, liefde, respect, sociale contacten). Wil een afstandelijke aandacht krijgen, dan verwordt hij vaak een 'arme ik' omdat hij niet de capaciteiten heeft om de dominante karakterstructuur aan te nemen.

Een niet-veelgebruikt beheersingsysteem van de afstandelijke is de ondervrager. Wordt een afstandelijke in zijn eigen wereldje bedreigt dan kan hij wel kortstondig een bullebak worden.

Arme ik

Een pessimistisch ingesteld figuur die altijd de slachtoffer rol opzoekt. Heeft een groot zelfmedelijden. Door de aandacht die ze van andere vragen krijgen/eisen ontnemen ze energie van die anderen. Maar ze willen geen oplossing voor hun problemen, omdat dan hun energiebron opdroogt. arme ik figuren blijven dus altijd klagen. Vaak zijn deze mensen labiel, en zoeken steun bij dominante figuren (bullebak en ondervrager).

Een veelgebruikt beheersingsysteem van de arme ik is de bullebak (als de ander te kritisch wordt) en de ondervrager ("hoe gaat het met jou..? Niet zo goed, o meid, met mij gaat het veel slechter, moet je toch eens horen wat mij is overkomen.....").

Wil je je Boeddha-natuur structureel gaan verbinden met de Universele energie (vijfde inzicht), dan moet je allereerst de energiemanipulaties onder ogen zien. De hierboven beheersingsysteem's zijn en worden bepaald door je ego. Het ego is dus sterker dan je Boeddha-natuur en dat moet je zien om te draaien. Dat kan door juist die energiemanipulaties onder ogen te zien. Mensen die sterk handelen vanuit hun beheersingsysteem verwachten een bepaalde rol van een ander. Als een bullebak die tegen je gaat brullen, dan ga je of terug brullen (bullebak), of je zoekt smoezen: 'ja maar...' (arme ik), of je stelt je erg afstandelijk op: 'laat maar lullen...' (afstandelijke). Door anders te reageren, dan kan de bullebak geen energie van jouw roven (voordeel 1), raakt hij in de war en gaat anders gedragen (voordeel 2) en de mogelijkheid bestaat dat hij zijn gedrag gaat inzien (voordeel 3).