Dennentopjes

Uit dharma-lotus.nl
Versie door Admin (overleg | bijdragen) op 18 dec 2022 om 18:05
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Grove Den

Culinair gezien zijn de dennentopjes en de pijnboompitten het meest interessant aan de den. Dennentopjes komt van het Duitse woord tannenspitzen, maar dat is eigenlijk misleidend want alle jonge uitlopers van naaldbomen kunnen gebruikt worden. Behalve natuurlijk de naalden van de taxus omdat die giftig zijn (alles aan de taxus is giftig, behalve de rode besjes maar dan wel zonder de zaadjes die wel weer giftig zijn).

Verschillende naaldbomen

Te gebruiken zijn de fijnspar, grove den en de hemlockspar. De den is van de spar te onderscheiden doordat de naalden bij de den bij elkaar staan en bij de spar afzonderlijk. Ook heeft de den ronde en de spar platte, driehoekige of vierhoekige naalden. De naalden van de den staan twee aan twee. De grijsgroene naalden zijn gedraaid en kunnen tot 8 cm lang worden. De naalden van de lariks groeien in bosjes bij elkaar. Er is een handig ezelsbruggetje voor:

  • spar = single
  • den = duo
  • lariks = legio

Grove Den

De grove den (Pinus sylvestris) is een naaldboom. Hij wordt ook wel pijnboom genoemd van de overbekende pitten die in de dennenappels zitten. De grove den kan 25 tot 35 m hoog worden en heeft een penwortel, waarmee ook uit grotere diepte water opgenomen kan worden. Jonge bomen hebben een kegelvormige kroon. Oudere bomen hebben een meer schermvormige kroon en een lange stam. De onderste takken zijn afgestorven en zitten deels nog aan de stam vast. De jonge bast aan de top van de boom is glad en grijsgeel van kleur. Op oudere leeftijd wordt er een ruwe plaatvormige schors gevormd. De plaatjes van de schors zijn vrij klein. De jonge kegels zijn groen en kleuren later donkergrijsbruin. De kegels kunnen tot 8 cm lang worden en zitten twee aan twee of in groepjes aan kromme steeltjes.

Zeeden

De zeeden (Pinus pinaster) is een boom uit de dennenfamilie en heeft een hoogte van circa 30 meter. De kroon is piramidevormig. Bij oudere bomen is er een lange, kale en bochtige stam. De takken staan dan ook wat meer gespreid aan de top, die dan tamelijk plat is. De boomschors is bleekgrijs of roodachtig bruin en heeft diepe groeven. Later wordt de schors donkerder. De takken zijn rozekleurig of roodachtig bruin en zijn onbehaard, in tegenstelling tot sommige andere dennen. De knoppen zijn helder roodbruin. Ze zijn niet harsachtig en hebben franje aan de schubben. De zeeden heeft stevige, leerachtige naalden met een scherpe punt. De naalden groeien in paren en worden 15 tot 25 centimeter lang. De kegels zijn helder glanzend bruin en puntig. Ze worden tot 22 cm lang. De schubben dragen een naar boven gerichte stekel. De kegels blijven verscheidene jaren aan de boom zitten.

Toepassingen

De naalden en de binnenbast (cambium) zijn eetbaar. De dunne binnenbast is rijk aan vitamine C.

dennenappels

  • oogsten: september t/m november
  • de dennenappels kunnen verhit worden om zodoende de zaadjes eruit te laten komen (je kunt ze daarvoor bij het vuur leggen). Deze smaken rauw al goed, maar nog beter als ze worden geroosterd. De jongere dennenappels schijnen gekookt eetbaar te zijn.

dennentopjes

  • oogsten: maart t/m mei
  • van de jonge dennentopjes kan een overheerlijke gelei of siroop worden getrokken. Douglasspar geeft o.a. een mooie gelei.

naalden

  • oogsten: hele jaar door
  • van de verse en gedroogde naalden kan thee getrokken worden.
Eetbare wilde planten
Adelaarsvaren - Brandnetel - Dennentopjes - Daslook - Dovenetel - Duizendblad - Grote lisdodde - Hondsdraf - Heermoes - Judasoor - Klaver - Kleefkruid - Kleine veldkers - Linde - Look-zonder-look - Madeliefjes - Oesterzwam - Paardenbloem - Vogelmuur/Kippemuur - Waterkers - Weegbree - Zevenblad - Zuring