Rahula
Rahula (456 v.Chr - ?) was de zoon van Siddharta Gautama (de latere Boeddha), zijn moeder heette Yasodhara. Rahula is geboren in Kalivastu, Nepal en wordt op zijn negende opgenomen in de Sangha.
Categorie indeling |
---|
Home - Boeddhisme - Personen uit de Pali-canon |
Personen uit de pali canon |
Alara Kalama |
Ambapali |
Ananda |
Angulimala |
Anuruddha |
Assaji |
Bimbisara |
Devadatta |
Khema |
Maha Moggallana |
Maha Kassapa |
Pajapati Gotami |
Pasenadi |
Purna |
Rahula |
Subhuti |
Sariputta |
Uppalavanna |
Upali |
Yasodhara |
Siddharta Gautama en Yasodhara
Siddharta was de zoon van een lokale raja (Suddhodana), een heerboer die districtshoofd was van het Sakya gebied. Al vanaf zijn geboorte zat het in de planning dat Siddharta zijn vader ooit zou opvolgen. Op zijn zestiende trouwde hij met Yasodhara, een volle nicht van hem. Yasodhara was een zeer sociaal persoon die hulpprogramma’s opzette voor armen en zieken. Nadat Siddharta trouwde zijn meerdere jaren besteed aan het verhogen van de levensstandaard voor de bevolking. Siddhartha begreep echter steeds meer dat aan het grote lijden, zoals ziek worden, ouder worden en sterven op deze manier niet te ontkomen valt. Door zijn contacten met monniken begreep hij dat alleen innerlijke rust het grote lijden een weerstand kon bieden. Niet dat ziek worden, ouder worden en sterven een halt was toe te roepen, maar dat het beleven ervan vanuit een innerlijke rust niet zal leiden tot lijden. Hoe hij echter kon komen tot deze innerlijke rust was iets wat hij niet wist. In de jaren die volgde begreep hij echter steeds meer dat het zoeken naar innerlijke rust het zoeken naar verlichting was en dat dit niet ging zolang hij een werelds leven zou blijven leiden. Hij voelde de druk van zijn vader om hem op te volgen en van Yasodhara om haar een kind te schenken en vader te worden. Het idee om monnik te worden en de verlichting te bereiken sprak hem echter veel meer aan. Een zoon zou de wens van Yasodhara half invullen en ook zijn vader zou een nieuwe opvolger hebben.
Over het algemeen wordt aangenomen dat een zoon Siddharta compromis was om het wereldse te kunnen verlaten om monnik te worden getuige deze tekst uit de Pali-canon:
Toen ik nog Bodhisattva was kreeg ik een gedachte: “een benauwenis is het huiselijk leven, een stoffig pad, het samanaschap is de vrije hemel”. Het is niet makkelijk voor iemand die thuis woont om de volmaakte, volledige reine levenswandel der heiligheid te volvoeren. Als ik mij nu eens haar en baard zou afscheren, de gele gewaden zou omleggen en uit het huiselijk leven de thuisloosheid in zou trekken?
En ik, die nog jong was, een knaap met zwart haar, die in gezegende jeugd verkeerde, in de kracht van mijn leven, schoor mij, hoewel mijn ouders het er niet mee eens waren en tranen in de ogen hadden en weenden, haar en baard af, legde de gele gewaden om en trok uit het huis weg de huisloosheid in”.
(MN 36, I)
Rahula
Op zijn 29e werd zijn zoon geboren die hij Rahula noemde dat keten of obstakel betekent aangezien hij zijn nieuw-geboren zoon als een obstakel voor het bereiken van het hoogste (spirituele) geluk zag; zijn zoon was voor hem een keten die hem aan het leven van een leek (niet-monnik) verbond. Enkele maanden na deze geboorte verliet Siddharta zijn vrouw en zoon en werd monnik. Pas na zijn verlichting, zes jaar later, zag hij hun terug. Rahula, zoon van de Boeddha.
monnikschap
Nadat Siddharta Gautama de verlichting in Bodhgaya had bereikt trok hij enige tijd later naar Kapilvastu en ontmoette daar voor het eerst in negen jaar zijn familie. Deze samenkomst verliep niet geheel voorspoedig. Bij het zien van haar (ex-)man stuurde Yasodhara Rahula naar zijn vader toe met de vraag: "wat is mijn erfdeel?" De ooit rijke zoon van een districtshoofd, nu een bezittingsloze monnik gaf vervolgens het enige wat hij had en kostbaar was; de Dharma. Hij wijde Rahula in als monnik en nam hem op in zijn sangha. Voor de 2e keer ontnam hij zodoende zijn vader en zijn (ex-)vrouw van een lid van de familie. Zijn vader, voor de 2e keer een erfopvolger ontnomen, was zeer verbolgen en liet Gautama de Boeddha als regel opnemen dat kinderen voortaan alleen met toestemming van de ouders opgenomen mochten worden in de sangha. Dit is één van de tweemaal geweest dat Gautama de Boeddha een regel liet opnemen waar hij het zelf niet mee eens was. Hoewel Rahula zelf de verlichting heeft bereikt een een groot leraar werd op latere leeftijd, is hij altijd "de zoon van..." gebleven. Hij was rustig en ingetogen en bediende vaak andere monniken. Een opvallende eigenschap was dat hij de regels zeer strikt handhaafde en daar ook heel streng in was. Hij trok weinig op met zijn vader en voornamelijk Sariputta diende als zijn leraar. Naast Rahula waren ook andere familieleden toegetreden tot de sangha waaronder Bhaddiya, Anuruddha, Ananda, Bhagu, Kimbila en Devadatta. Zij bekommerde zich veel over Rahula. Gautama de Boeddha zelf leek Rahula bijna te ontwijken en in de Pali-canon staan maar enkele ontmoetingen opgetekend.
Overlijden
Rahula stierf relatief jong, voor zijn vader, Sariputta en Maha Moggallana. Het precieze jaartal is onbekend.