3 lichamen van de Boeddha

Uit dharma-lotus.nl
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De Boeddhistische opsommingen

In de boeddhistische filosofie (de Dharma) komen veel opsommingen voor; de 4 dit, de 7 dat, de 12 zo... In de tijd dat Gautama de Boeddha leefde (563-483 v.Chr.) was bijna iedereen analfabeet en middels deze opsommingen was de filosofie beter uit te leggen en te onthouden. Deze filosofie is door de jaren heen nauwelijks veranderd en zo bestaan de opsommingen nog steeds. De opsommingen dienen als kapstok waar de filosofie aan hangt en in lezingen en lessen wordt vaak verwezen naar een bepaalde opsomming. Op deze wiki is een aparte categorie opgenomen met de meest voorkomende opsomming. Eén van de opsommingen is onderstaande...

De 3 lichamen van de Boeddha

De Lichamen van de Boeddha (Kaya's) zijn:

  • Nirmanakaya: het lichaam van de verschijning, het lichaam waarin een boeddha zich manifesteert, aangepast aan onze menselijke waarnemingen.
  • Sambhogakaya: het lichaam van gelukzaligheid, het 'perfecte lichaam van gelukzaligheid' van een boeddha is de vorm van de verlichte geest zoals hij in de perfecte werelden verblijft. Alleen bodhisattva’s kunnen deze subtiele manifestatie van verlichte wezens waarnemen.
  • Dharmakaya: het lichaam van de leegte van een boeddha is de ultieme uitgestrektheid van de uiteindelijke werkelijkheid van zijn totale verlichting. De betekenis van dit concept is moeilijk te realiseren door de sluiers van het karma en de illusies die ze bedekken en waarin we verloren zijn gelopen. Onze onwetendheid omtrent de uiteindelijke natuur van alle levende wezens kan worden gezien als de oorzaak van alle vormen van lijden die we kennen. Het komt er dus op aan te begrijpen dat de Dharmakaya de natuur van alle levende wezens is. Het is op deze wijze dat men werkelijk de staat van verlichting kan realiseren, dat wil zeggen zichzelf voorbij alle lijden plaatsen. De theorie van de drie kaya’s beschrijft het differentiëren naar de steeds subtieler wordende gradaties van de emanatie volgens de stadia van de spirituele ontwikkeling van de beoefenaar, vanaf zijn gewone toestand tot aan de volledige verlichting. Zo heeft volgens het Tibetaans boeddhisme Gautama de Boeddha, in het emanatielichaam van een menselijke vorm geleefd (nirmanakaya).