80 nevenkenmerken van de Boeddha

Uit dharma-lotus.nl
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De Boeddhistische opsommingen

In de boeddhistische filosofie (de Dharma) komen veel opsommingen voor; de 4 dit, de 7 dat, de 12 zo... In de tijd dat Gautama de Boeddha leefde (563-483 v.Chr.) was bijna iedereen analfabeet en middels deze opsommingen was de filosofie beter uit te leggen en te onthouden. Deze filosofie is door de jaren heen nauwelijks veranderd en zo bestaan de opsommingen nog steeds. De opsommingen dienen als kapstok waar de filosofie aan hangt en in lezingen en lessen wordt vaak verwezen naar een bepaalde opsomming. Op deze wiki is een aparte categorie opgenomen met de meest voorkomende opsomming. Eén van de opsommingen is onderstaande...

De 80 nevenkenmerken

De 80 nevenkenmerken van de Boeddha zijn:

  1. Hij heeft mooie vingers en tenen.
  2. Hij heeft goed geproportioneerde vingers en tenen.
  3. Hij heeft buisvormige vingers en tenen.
  4. Zijn vingernagels en teennagels hebben een roze tint.
  5. Zijn vingernagels en teennagels staan ​​aan het uiteinde iets omhoog.
  6. Zijn vingernagels en teennagels zijn glad en rond zonder ribbels.
  7. Zijn enkels en polsen zijn rond en niet gedraaid.
  8. Zijn voeten zijn even lang.
  9. Hij heeft een mooie gang, zoals die van een koningsolifant.
  10. Hij heeft een statige manier van lopen, zoals die van een koning-leeuw.
  11. Hij heeft een mooie manier van lopen, zoals die van een zwaan.
  12. Hij heeft een majestueuze manier van lopen, zoals die van een koninklijke os.
  13. Zijn rechtervoet leidt tijdens het lopen.
  14. Zijn knieën hebben geen uitstekende knieschijven.
  15. Hij heeft de houding van een groot man.
  16. Zijn navel is zonder smet.
  17. Hij heeft een diepgevormde buik.
  18. Hij heeft markeringen met de klok mee op de buik.
  19. Zijn dijen zijn rond als bananenschoven.
  20. Zijn twee armen hebben de vorm van een olifantenslurf.
  21. De lijnen op de handpalmen hebben een roze tint.
  22. Zijn huid is dik of dun zoals het hoort.
  23. Zijn huid is niet gerimpeld.
  24. Zijn lichaam is brandschoon en zonder knobbeltjes.
  25. Zijn lichaam is van boven en van onder smetteloos.
  26. Zijn lichaam is absoluut vrij van onzuiverheden.
  27. Hij heeft de kracht van 1.000 olifanten of 100.000 mannen.
  28. Hij heeft een uitstekende neus.
  29. Zijn neus is goed geproportioneerd.
  30. Zijn boven- en onderlip zijn even groot en hebben een roze tint.
  31. Zijn tanden zijn smetteloos en zonder tandplak.
  32. Zijn tanden zijn lang als gepolijste schelphoorns.
  33. Zijn tanden zijn glad en zonder ribbels.
  34. Zijn vijf zintuigen zijn smetteloos.
  35. Zijn vier hoektanden zijn kristal en afgerond.
  36. Zijn gezicht is lang en mooi.
  37. Zijn wangen stralen.
  38. De lijnen op zijn handpalmen zijn diep.
  39. De lijnen op zijn handpalmen zijn lang.
  40. De lijnen op zijn handpalmen zijn recht.
  41. De lijnen op zijn handpalmen hebben een roze tint.
  42. Zijn lichaam straalt een stralenkrans van licht uit die zich twee meter om hem heen uitstrekt.
  43. Zijn wangholtes zijn volledig afgerond en glad.
  44. Zijn oogleden zijn goed geproportioneerd.
  45. De vijf zenuwen van zijn ogen zijn smetteloos.
  46. De punten van zijn lichaamshaar zijn niet gebogen of gebogen.
  47. Hij heeft een ronde tong.
  48. Zijn tong is zacht en heeft een roze tint.
  49. Zijn oren zijn lang als lotusblaadjes.
  50. Zijn oorgaatjes zijn prachtig afgerond.
  51. Zijn pezen en pezen steken niet uit.
  52. Zijn pezen en pezen zitten diep in het vlees.
  53. Zijn topknoop is als een kroon.
  54. Zijn voorhoofd is goed geproportioneerd in lengte en breedte.
  55. Zijn voorhoofd is rond en mooi.
  56. Zijn wenkbrauwen zijn gebogen als een boog.
  57. Het haar van zijn wenkbrauwen is prima.
  58. Het haar van zijn wenkbrauwen ligt plat.
  59. Hij heeft grote wenkbrauwen.
  60. Zijn wenkbrauwen bereiken de buitenste ooghoek.
  61. Zijn huid is fijn over zijn hele lichaam.
  62. Zijn hele lichaam vertoont overvloedige tekenen van geluk.
  63. Zijn lichaam is altijd stralend.
  64. Zijn lichaam wordt altijd verfrist als een lotusbloem.
  65. Zijn lichaam is buitengewoon gevoelig voor aanraking.
  66. Zijn lichaam heeft de geur van sandelhout.
  67. Zijn lichaamshaar is consistent in lengte.
  68. Hij heeft fijn lichaamshaar.
  69. Zijn adem is altijd goed.
  70. Zijn mond heeft altijd een mooie glimlach.
  71. Zijn mond heeft de geur van een lotusbloem.
  72. Zijn haar heeft de kleur van een donkere schaduw.
  73. Zijn haar is sterk geurend.
  74. Zijn haar heeft de geur van een witte lotus.
  75. Hij heeft gekruld haar.
  76. Zijn haar wordt niet grijs.
  77. Hij heeft fijn haar.
  78. Zijn haar is ontward.
  79. Zijn haar heeft lange krullen.
  80. Hij heeft een topknoop alsof hij is bekroond met een koninklijke bloemenkrans.

(Bron: Apadāna en de Milindapañha).

Volledig artikel

Een volledig artikel over dit thema kan je vinden op fysieke kenmerken van de Boeddha.