Saddha

Uit dharma-lotus.nl
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het Boeddhistisch woordenboek

In zowel de Dharma als het Boeddhisme worden veel termen gebruikt die voortkomen uit het Pali of het Sanskriet. Veel van die termen zijn voor de meeste onbekend, andere hebben een betekenis vanuit het Hindoeïsme, maar hebben een heel andere betekenis in het Boeddhisme. Vertalen van deze termen naar het Nederlands is soms lastig omdat het vertaalde woord reeds een betekenis heeft. Op deze wiki hebben we een woordenboek opgesteld met de meest voorkomende termen uit het Boeddhisme (In Pali, Sanskriet of der Nederlandse vertaling) met een uitleg. Veelal bevat het ook een link naar een uitgebreider artikel.

Saddhã

Saddhã betekent 'vertrouwen' en is één van de Universeel mooie factoren (Sobhana Cetasika), menselijke eigenschappen die we nodig hebben om de mentale vergiften (blokkades) op te kunnen lossen middels meditatie en mindfulness.

Binnen de metta-ji is vertrouwen het allereerste dat aanwezig dient te zijn om in contact te komen met elkaar en vandaar uit een verbinding aan te gaan. Zonder vertrouwen is er geen openheid, waardering, geloof of verbinding mogelijk. Een boeddhist die geen vertrouwen heeft in de boeddhistische filosofie (dharma) is geen boeddhist en alles blijft bij het oude. Wil je nieuwe wegen bewandelen en wil je loskomen van je blokkades en inzichten dan is vertrouwen (in de dharma) het allereerste noodzakelijk. De karakteristiek van vertrouwen is geloof (in iets of iemand).

Universeel mooie factoren

Alle Universeel mooie factoren, met hun tegenpool en hun karakteristiek zijn:

Mooie factoren Tegenpool karakter
vertrouwen (zintuiglijk) twijfel geloof (in iets of iemand)
opmerkzaamheid afleiding en verwarring niet wankelen
morele schaamte onzuiverheid walging (voor onzuiverheid)
morele onbevreesdheid bevreesdheid bevreesdheid (voor onzuiverheid)
niet-verlangen verlangen afwezigheid (van verlangen)
niet-haat haat gebrek aan felheid en geen tegenstand bieden
neutraliteit van geest partijdigheid evenwicht (van bewustzijn en de mentale factoren)
sereniteit * rusteloosheid en wroeging het kalmeren van verstoringen
lichtheid * dufheid en traagheid het verminderen van zwaarte
buigzaamheid * onjuiste zienswijzen en hoogmoed het verminderen van stijfheid en rigiditeit
plooibaarheid * overige hindernissen (leidend tot starheid) tegengaan van starheid
vaardigheid * ziekte de gezondheid te verhogen
oprechtheid * schijnheiligheid en bedrog rechtschapenheid
* van de mentale factoren en van bewustzijn (Bron: Abhidhamma-pitaka (II, § 5)