Adosa

Uit dharma-lotus.nl
(Doorverwezen vanaf Niet-haat)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het Boeddhistisch woordenboek

In zowel de Dharma als het Boeddhisme worden veel termen gebruikt die voortkomen uit het Pali of het Sanskriet. Veel van die termen zijn voor de meeste onbekend, andere hebben een betekenis vanuit het Hindoeïsme, maar hebben een heel andere betekenis in het Boeddhisme. Op deze wiki hebben we een woordenboek opgesteld met de meest voorkomende termen uit het Boeddhisme met een korte uitleg. Veelal bevat het ook een link naar een uitgebreider artikel.

Adosa

Adosa betekent 'niet-haat' en is één van de Universeel mooie factoren (Sobhana Cetasika), menselijke eigenschappen die we nodig hebben om de mentale vergiften (blokkades) op te kunnen lossen middels meditatie en mindfulness.

Niet-haat is de verheven vorm van liefdevolle vriendelijkheid (metta). Het is volledig ontdaan van felheid, tegenstand bieden en positionering van het zelf. Haat is sterk conditioneel bepaald en komt op als de persoon zich bevindt in een situatie die niet strookt met de conditionering. In plaats van de conditionering te veranderen moet de situatie veranderen en wordt haat ervaren naar de makers van de situatie. Niet-haat impliceert dus een volledige overgave en manifesteert zich als prettig en aangenaam in elke situatie. Niet-haat is de directe tegenpool van haat maar ook hier is niet-haat niet voldoende om haat geheel te laten verdwijnen. Ook liefdevolle vriendelijkheid, mildheid, goede verstandhouding gunstig gezind zijn, etc... is van belang.

Universeel mooie factoren

Alle Universeel mooie factoren, met hun tegenpool en hun karakteristiek zijn:

Mooie factoren Tegenpool karakter
vertrouwen (zintuiglijk) twijfel geloof (in iets of iemand)
opmerkzaamheid afleiding en verwarring niet wankelen
morele schaamte onzuiverheid walging (voor onzuiverheid)
morele onbevreesdheid bevreesdheid bevreesdheid (voor onzuiverheid)
niet-verlangen verlangen afwezigheid (van verlangen)
niet-haat haat gebrek aan felheid en geen tegenstand bieden
neutraliteit van geest partijdigheid evenwicht (van bewustzijn en de mentale factoren)
sereniteit * rusteloosheid en wroeging het kalmeren van verstoringen
lichtheid * dufheid en traagheid het verminderen van zwaarte
buigzaamheid * onjuiste zienswijzen en hoogmoed het verminderen van stijfheid en rigiditeit
plooibaarheid * overige hindernissen (leidend tot starheid) tegengaan van starheid
vaardigheid * ziekte de gezondheid te verhogen
oprechtheid * schijnheiligheid en bedrog rechtschapenheid
* van de mentale factoren en van bewustzijn (Bron: Abhidhamma-pitaka (II, § 5)