Zuur base verhouding voeding
De tantristische voedingsleer bestaat 3 deelgebieden:
- usna en sita; de verhouding tussen ying en yang voeding
- prakrtih en amla; de verhouding tussen base en zure voeding
- langhanam; het vasten
Het 3e onderdeel is de verhouding tussen prakrtih en amla; ofwel de verhouding tussen base- en zuurvormende voedingstoffen.
Herkomst
In oude geschriften en vanuit de overlevering is bekend dat ver voor Gautama de Boeddha de mensen in Azië al bezig waren met een voedingspatroon welk "prakrtih-amla" werd genoemd.
- Prakrtih staat voor base-voeding en tegelijk voor basis (als in basaal, aards, oermaterie, natuur, stof, voortbrengster v.d. materiële wereld)
- Amla staat voor zuur en tegelijk voor verzurend (zowel in fysiek als in emotioneel oogpunt bezien)
In de westerse wereld kennen we de prakrtih-amla als "base-zuur" of als "alkalische voeding" en is is Zwitserse arts Paracelsus (1493-1541) die als eerste de "oververzuring" van ons lichaam als basis van alle ziekten beschouwde. De Oostenrijkse arts dr. Franz Xaver Mayr (1875-1965) verwierf fundamentele kennis over de spijsverteringsleer en wees steeds weer op de balans van de base-zuur-huishouding. De Zweedse biochemicus Dr. Ragnar Berg (1875 - 1956) publiceerde in 1913 zijn theorie over het evenwicht tussen zuren en basen in het menselijk lichaam. Hij ging er vanuit dat wanneer de voeding teveel zuurvormende stoffen bevat in verhouding tot stoffen die basen vormen in het lichaam, slakken worden gevormd die worden afgezet in de (bind)weefsels. Volgens hem was de goede verhouding 80% basen 20% zuren. Deze stelling is inmiddels aanvaard door alle deskundigen op dit gebied. Ook de onderzoeken van voedings- respectievelijk base-zuur-pioniers zoals Maximilian Bircher-Benner of Friedrich Sanders maakten duidelijk hoe belangrijk het is dat zuren en basen in balans zijn.
Base-zuur verhouding in het lichaam
Onder zuren verstaat men stoffen die waterstof ionen leveren, terwijl men onder basen (alkalische) stoffen verstaat die waterstofionen opnemen. We weten dat een pH-waarde van 7 neutraal is, maar welke pH-waarde een lichaamsvloeistof nodig heeft is variabel.
vloeistof | range pH-waarde |
bloed | 7,35 - 7,45 (ideaal 7,4) |
speeksel | 6,00 - 7,50 (ideaal 7,0) |
maag | 1,35 - 3,50 (ideaal 2,0) |
urine | 4,50 - 8,40 (ideaal 7,0) |
dunne darm | 6,50 - 7,50 (ideaal 7,0) |
dikke darm | 5,60 - 6,90 (ideaal 7,0) |
Een goede zuurgraad in het lichaam is één van de belangrijkste factoren voor een goede gezondheid. Tijdens de stofwisseling worden voortdurend zure eindproducten gevormd. Kleine schommelingen in de pH-waarde kunnen drastische veranderingen van het stofwisseling in de cellen tot gevolg hebben en zo storingen veroorzaken. Het lichaam kent meerdere mogelijkheden om deze schommelingen in pH-waarde op te lossen, maar zoals in alles; op een gegeven moment is de rek eruit. Is het lichaam niet meer in staat om de schommelingen te neutraliseren, dan verzuurd het lichaam en ontstaan er ziekten zoals reuma, jicht, botontkalking, vermoeidheid, huidproblemen en een grotere vatbaarheid voor infectieziekten.
Al onze lichaamscellen zijn omgeven door een extracellulaire vocht met een pH-waarde van 7,35-7,45. De uiterste pH-waardes waarbinnen onze lichaamscellen levend blijven voor bloed en extracellulaire vocht tussen 6,8 en 7,8. Een lagere (zuurdere) pH-waarde leidt tot een groter levensbedreigende situatie dan een te hoge waarde (basisch).
Hoe verzuurt nu een lichaam. Ons lichaam produceert zuur als gevolg van een normale stofwisseling en dit wordt in evenwicht gehouden middels base mineralen die we binnen krijgen met onze voeding. Voedsel kan zuurvormend of basevormend zijn, afhankelijk van de verhouding tussen de base en de zuurvormende mineralen in het voedsel;
- basevormende mineralen (zouten van organische anionen): calcium (Ca2+), magnesium (Mg2+), kalium (K+) en natrium (Na+)
- zuurvormende mineralen: chloride (Cl), fosfor (P) en eiwitten (vooral de zwavelhoudende (S) aminozuren methionine en cysteïne)
De base-zuur verhouding van voedingsmiddelen kan uitgedrukt worden in milligram-equivalent (ME) zuur- of basenoverschot. 1ME = [(calcium + magnesium + kalium + natrium) mg per 100 mg voedingsmiddel] – [(fosfor + zwavel + chloor) mg per 100 mg voedingsmiddel].
- positieve uitkomst: basenoverschot in ME
- negatieve uitkomst : zuuroverschot in ME
Na het verteren van voedsel blijft er altijd een zure of een basische "rest" over. Zo zorgen dierlijke producten (vlees, zuivel, eieren) en graanproducten (brood, paste) na de stofwisseling voor een zuuroverschot in het lichaam, de meeste groenten en fruit veroorzaken een basenoverschot. De verhouding tussen base- en zuurvormende voedingsmiddelen zou ongeveer op 75-80 /25-20 moeten liggen.
Alkalose
De verhouding basevormende mineralen/zuurvormende mineralen moet dus zo zijn dat het lichaam qua pH-waarde neutraal is. Zijn er teveel zuurvormende mineralen in het lichaam dan spreken we van acidose en verzuurd het lichaam. Zijn er teveel base vormende mineralen in het lichaam dan spreken we van alkalose en wordt het lichaam base. Dit laatste is echter bijna nooit een probleem omdat het lichaam zeer goed in staat is het base overschot kwijt te raken:
- urinezuur en melkzuur worden door het lichaam gemaakt en neutraliseren het base overschot
- base vormende mineralen bindt zich aan CO2 en kan dus uitgeademd worden
- base overschot wordt door de spijsvertering gebruikt om het vaak zure voedsel te neutraliseren
Acidose
Alkalose is dus zelden een probleem, maar acidose is dat wel. Binnen de westerse geneeswijze worden er 3 varianten onderkent:
- een ophoping van zuren (fosfor, zwavel en chloor) in het bloed (acidose)
- verdwijnen van bicarbonaat uit het bloed (metabole acidose)
- door ophoping van kooldioxide (CO2) in het bloed als gevolg van een slechte longfunctie of langzame ademhaling (respiratoire acidose)
Eiwitten in een zure vloeistof gaan klonteren en dit gebeurt ook met een persoon met acidose. Er bevinden zich namelijk veel eiwitten in het bloed en als de pH-waarde van het bloed lager is dan 6,8 gaan deze eiwitten klonteren. Om dit te voorkomen moet het lichaam base mineralen (calcium, magnesium, kalium en natrium) aan het bloed afgeven en het kan deze in eerste instantie halen uit de haarbodem, tanden, botten en weefsels. Dit kan leiden tot haaruitval, huid- en darmproblemen, slechte tanden, botontkalking en weefselschade. De beweeglijkheid van rode bloedlichamen in het bloed neemt af en deze kunnen minder zuurstof opnemen en vervoeren. In de rest van het lichaam zullen de zure overschotten zich ophopen in de celvloeistof (osmose), spierweefsel (stijfheid, verkramping), huid- en darmweefsel (verklevingen) en urinewegen (nier-, blaas- en galstenen). Om de zuurgraad van het bloed binnen deze nauwe grenzen te houden heeft het lichaam drie middelen tot zijn beschikking:
- ademhaling; Door sneller te ademhalen daalt de zuurgraad van het bloed en door langzamer te ademen stijgt de zuurgraad
- de nieren; De nieren controleren de concentratie van het bicarbonaat door deze te reabsorberen (zuur vormend) of uit te scheiden (base vormend)
- de noodgreep; het lichaam gaat basen aanmaken uit willekeurige eiwitten, desnoods uit onze eigen (spier)weefsels. Door deze eiwitverbranding komt echter ook weer zure vrij waardoor we in een vicieuze cirkel terecht geraken
Misvattingen
Nu is het niet zo dat zuurvormend voedsel per definitie slecht voor je is. Zilvervliesrijst, linzen en banaan zijn zuurmakend maar ook heel gezond. Zolang je ze weet te compenseren met base voeding is er niets aan de hand.
Een andere misvatting is dat zuursmakende voedingsstoffen ook zuurmakend zijn. Wij proeven een product als zuur als de voedingsstof bestaat uit vrije zuren zoals appelzuur, citroenzuur, melkzuur en ascorbinezuur. Deze zuren hebben geen invloed op het zuurmakend karakter van een voedingsstof; Alle zuur smakende producten hebben een basenoverschot.
Voedsel is niet altijd simpelweg in te delen als "gezonde voeding" en ongezonde voeding". Groente en fruit zijn beiden gezond, maar eet je ze gecombineerd dan kan het een ongezonde uitwerking hebben op het lichaam. Dit komt omdat het lichaam andere mechanismen kent om groeten en fruit te verteren en deze mechanismen kunnen elkaar wel eens tegenwerken. Lees hier meer over goede en slechte voedingscombinaties.
Lijst met base-zuur overschot
Op deze pagina vind je een lijst van voedingsmiddelen en de uitwerking die het heeft op het lichaam. Elk voedingsmiddel laat base- of zuur elementen in het lichaam achter welk gemeten worden in PRAL en uitgedrukt in mEq.
- PRAL: potential renal acid load
- Berekening PRAL: [(0.49 x gr. eiwit) + (0.037 x mg. fosfor) – (0.021 x mg. kalium) – (0.026 x mg. magnesium) – (0.013 x mg calcium)]
- Het aantal PRAL wordt uitgedrukt in mEq
Het is niet zo dat zuurvormende voedingsmiddelen per definitie slecht zijn. Zilvervliesrijst, linzen en banaan zijn zuurmakend maar ook heel gezond. Zolang je ze weet te compenseren met base voeding is er niets aan de hand. Een goede voeding bestaat uit een verhouding basevormende- / zuurvormende voeding van 75-80 /25-20.
Wetenschappelijke benadering
De lijst is een samenvoeging van 2 bestaande lijsten;
- de eerste is van de "Journal of the American Dietetic Association" en is uitgevoerd door Thomas Remer PhD en Friedrich Manz MD. Zij deden metingen naar pH-waarden van bloed en deden dat meerdere keren bij meerdere testpersonen voor en na het nuttigen van een enkel voedingsmiddel. Zodoende konden ze nagaan of een voedingsmiddel basevormend of zuurvormend is en met hoeveel mEq.
- de tweede lijst is van de 'Mini-voedingsencyclopedie" samengesteld door Elsa Vleer. Hier hebben ze metingen gedaan naar de verhouding base- en zuurvormende mineralen in het voedingsmiddel en middels de PRAL uitgerekend aan welke kant een overschot zit.
In de lijst staan alle vruchtgewassen bij vruchten, dus ook komkommer, paprika, aubergine, olijven, tomaat, etc...
verschillen in lijsten
op internet circuleren meerdere base-/zuren lijsten, die elkaar ook nog wel eens tegenspreken, en welk is nu betrouwbaar en welk niet.
Ten eerste zijn er vele lijsten die de pH-waarden laten zien van voedingsmiddelen, maar dat is iets geheel anders dan het base- of zuurvormende karakter op het lichaam. Zo is citroen heel zuur maar levert het een base overschot in het lichaam. Die lijsten kun je dus in dit kader niet gebruiken; het is appels met peren vergelijken.
Ten tweede hangt het af hoe en wanneer je meet. Een onrijpe (groene) banaan kan zuurvormend zijn terwijl een gele banaan met bruine puntjes basevormend is.