Koan

Uit dharma-lotus.nl
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Wat is een Koan?

Een koan is een vraag of antwoord van Boeddhistische zenmeesters die moeilijk te begrijpen en uitdagend is voor wie op zoek is naar oplossingen. Het daagt rechtstreeks iemands fundamentele concept van het zelf uit, het gedraagt ​​zich als een scherp wapen dat door het zelf heen dringt en het onthult Boeddha-natuur binnenin. In plaats van te vechten of te worstelen met deze aanvallen, is het de taak om ermee samen te smelten en ze 'uit zichzelf te laten gloeien'.

De oorspronkelijke betekenis van koan verwees naar openbare zaken die de dag ervoor op het regeringspoortbord waren geplaatst, vergelijkbaar met een staatsaankondiging vandaag. Het zenboeddhisme bewaart de leringen van vroegere patriarchen en registreert ze om door te geven aan toekomstige studenten. Deze opgenomen leringen dienen als officiële aankondigingen, vol onschendbaarheid en plechtigheid, en zijn ontworpen om het denken te ontwikkelen en het denken van zenbeoefenaars te verbeteren, waardoor ze de naam "koan" verdienen.

Een Koan, afkomstig uit de Zen-boeddhistische traditie, is een paradoxale anekdote of raadsel zonder oplossing. Het doel is niet om rationeel denken voor te stellen, maar eerder om intuïtief te stimuleren verlichting of inzicht. Dit oosterse filosofische concept wordt gebruikt in het zenonderwijs en -beoefening als een middel om de geest te leiden naar een niveau van begrip dat de conventionele logica en redenering overstijgt.

Etymologisch is "koan" een transliteratie van de Chinese term "gong'an", die duidt op een rechtszaak of precedent in de wet van de Tang-dynastie. Het is afgeleid van twee samenstellende elementen, 'ko', dat verwijst naar het openbare karakter van de zaak, en 'an', dat verwijst naar de rechter of de zaaktafel. In zijn toepassing binnen het zenboeddhisme gaat een koan niet zozeer over het oplossen van een juridisch geschil als wel over het uitlokken van een diepgaande verschuiving in bewustzijn.

Een Koan is Meditatie

Koans worden gebruikt als een vorm van meditatie, waarbij de beoefenaar de koan en zijn mogelijke antwoorden overdenkt om hun dualistische denken te overstijgen. De koan vormt een uitdaging die niet door de gewone geest kan worden begrepen, waardoor het individu naar een niet-conceptueel begrip van de werkelijkheid wordt geduwd. Hoewel het proces in eerste instantie misschien onzinnig of paradoxaal lijkt, heeft het tot doel vooropgezette ideeën en conventionele denkpatronen te doorbreken. Dit wordt vaak gezien als een voorbode van satori, of plotselinge verlichting.

Een van de meest bekende koans is: "Wat is het geluid van één hand die klapt?" Deze paradoxale vraag is bedoeld om de binaire tegenstellingen uit te dagen die we doorgaans accepteren, zoals de dichotomie van actie en reactie. Door eenvoudige, logische antwoorden te verwerpen, wordt het individu aangemoedigd om een ​​staat van begrip te bereiken die dergelijke dichotomieën overstijgt.

Hoewel de betekenis van een koan diep geworteld is in de zenboeddhistische filosofie, reikt de toepassing van het concept verder dan deze context. Het wordt vaak in meer algemene zin gebruikt om te verwijzen naar een uitspraak of vraag die een directe interpretatie tart of contemplatie aanmoedigt die het gewone begrip te boven gaat. Koans dragen daarom aanzienlijk bij aan het pedagogische en filosofische landschap van het zenboeddhisme, terwijl ze ook resoneren met bredere, transreligieuze thema's van wijsheid, verlichting en de grenzen van het menselijk begrip.

Geschiedenis van Zen Koan

De oorsprong van Zen koans is terug te voeren tot de Tang-dynastie in China (618-907 CE), waar ze werden gebruikt in de beoefening van het Chan-boeddhisme, de Chinese voorloper van Zen. Het gebruik van koans was een reactie op de beperkingen van het uitsluitend vertrouwen op taal en logica om de aard van de werkelijkheid over te brengen, die wordt gezien als uiteindelijk onuitsprekelijk en niet onder woorden te brengen. Het doel van een koan is om een ​​directe ervaring van de werkelijkheid voorbij concepten aan te moedigen, door de beoefenaar te wijzen op de ervaring van het huidige moment.

Het gebruik van koans als leermiddel werd gepopulariseerd door de Chinese zenmeester Dahui Zonggao (1089-1163 CE), die de nadruk legde op de praktijk van "hua tou" (letterlijk "woordhoofd"), een methode van introspectie waarbij de beoefenaar zich aandachtig concentreert op een bepaalde zin of vraag totdat er inzicht ontstaat. Dahui's lesmethode werd bekend als de 'shikantaza'-benadering (gewoon zitten), die de directe ervaring van de werkelijkheid benadrukte zonder te vertrouwen op conceptueel begrip.

Koan-beoefening werd later in de 13e eeuw in Japan geïntroduceerd door de Chinese zenmeester Dogen Zenji, die de Soto-school van zen oprichtte. In Japan werden koans verder ontwikkeld als hulpmiddel voor zentraining en werden verschillende koanscollecties samengesteld, waaronder de beroemde "Blue Cliff Record" en "Gateless Gate" collecties.

Tegenwoordig blijft koan-beoefening een belangrijk aspect van zen-training en wordt het vaak gebruikt in combinatie met andere praktijken zoals zittende meditatie (zazen), chanten en mindfulness-training. Het doel van koanbeoefening is om de beoefenaar te helpen ontwaken tot zijn ware aard en verlichting te bereiken.

Het doel van Zen koans

Het doel van Zen koans is om de beoefenaar te helpen zijn conceptuele denken te transcenderen en toegang te krijgen tot een directe ervaring van de werkelijkheid, die verder gaat dan woorden en concepten. Koans zijn ontworpen om een ​​gevoel van twijfel of verwarring in de geest van de beoefenaar op te wekken, hun gebruikelijke denkpatronen uit te dagen en hen uit te nodigen om op een nieuwe en directere manier naar de werkelijkheid te kijken.

Koans worden gebruikt als een hulpmiddel voor zen-training en helpen de beoefenaar om helderheid, inzicht en wijsheid te ontwikkelen. Door met een koan bezig te zijn, wordt de beoefenaar aangemoedigd om verder te gaan dan zijn rationele geest en het huidige moment direct te ervaren. Dit proces kan helpen om het ego op te lossen, dat wordt gezien als een constructie van de geest die ons scheidt van de wereld om ons heen.

Koans spelen ook een cruciale rol in de Rinzai-school van Zen, waar ze de kern vormen van een rigoureuze meditatieve praktijk die bekend staat als koan-introspectie. Tijdens dit proces krijgt een beoefenaar een specifieke koan van zijn leraar en wordt hij geïnstrueerd om zich er voortdurend op te concentreren. Het doel is niet om de koan op te lossen door middel van intellectueel redeneren, maar om de non-dualistische waarheid ervan te belichamen door middel van iemands hele wezen. De beoefenaar wordt vaak gevraagd om zijn begrip aan de leraar te presenteren in een privébijeenkomst, een praktijk die bekend staat als dokusan of sanzen, waarin de leraar het inzicht van de beoefenaar zal evalueren en begeleiden.

De unieke rol van koans ligt in hun vermogen om onze ingesleten cognitieve schema's uit te dagen en te verstoren. De schijnbaar absurde en irrationele aard van koans is opzettelijk. Door een ogenschijnlijk onoplosbaar probleem te presenteren, trachten koans de logische geest en zijn onophoudelijke verlangen om te categoriseren en te analyseren uit te putten. Daarmee creëren ze een experiëntiële impasse, een soort cognitieve patstelling die de gebruikelijke werking van het bewustzijn dwarsboomt. Deze onderbreking van de gewone cognitie kan mogelijk een diepgaande verschuiving in de waarneming teweegbrengen, waardoor een onmiddellijk, direct begrip van de werkelijkheid mogelijk wordt zoals die is, niet bemiddeld door conceptueel denken.

Daarom is het doel van koanbeoefening niet om tot een specifiek antwoord of oplossing te komen, maar om de geest meer open en flexibel te laten worden, waardoor de beoefenaar de werkelijkheid op een nieuwe manier kan zien. Door koanbeoefening kan de beoefenaar de ultieme aard van de werkelijkheid gaan beseffen, waarvan wordt gezegd dat deze leeg, vormloos en niet te beschrijven is.

Hoe contemplatie van Koans te oefenen

Hoe los je een koan op?

  • Een koan is een geavanceerd middel, zonder verborgen bovennatuurlijke krachten, maar het kan de beoefenaar helpen verlicht te worden als het correct wordt beoefend. Zenmeester Genki noemt koan "hoe je een blikdeksel opent" voor je geest.
  • Koans mag alleen worden gebruikt nadat u in concentratie bent gekomen. Juiste concentratie is de gemoedstoestand waarin alle concepten, gedachten, gevoelens, oordelen ... stil zijn geweest en de geest helder, stil, van nature reflecterend is geworden en vrij in het moment stroomt.
  • Als je geest geen concentratie heeft bereikt, oefen dan niet met koans. De koan zal de geest in beroering brengen, en als de geest al in beroering is, zal de koan de zaken alleen maar erger maken. Daarom geeft zenmeester Genki alleen koans tijdens zijn Sesshins-retraites (een meditatiebeoefening die focust – rustig, niet afgeleid door externe factoren).
  • De koan wordt NIET beantwoord. Elk beschrijvend antwoord: ja/nee, of dit/dat... wordt afgewezen. Normaal gesproken hebben koans geen woorden of taal nodig. Een paar gebaren zijn voldoende. Daarom zeggen zenmeesters dat koans niet worden beantwoord, maar opgelost.
  • Een koan aanschouwen betekent een koan in je laten werken. Wanneer een bepaalde mate van juiste concentratie is bereikt, denk je aan de koan. De meest geschikte manier om over een koan na te denken, is door de vraag zachtjes maar voortdurend in het bewustzijn te stellen. Verspil geen tijd aan het proberen de koan te begrijpen.
  • Laat het je geest door deze vraag leiden en doe geen moeite om het te beantwoorden. Elke analyse is gewoon tijdverspilling en dit levert een nep-zen-antwoord op. Een koan is een boeddhistische wapenaanval op onze interpretatie, interpretatie, imitatie of analyse; en dan, pas nadat we alle soorten onderzoek hebben uitgeput of losgelaten, kan een dieper niveau van contemplatie worden bereikt.
  • Pas als we kunnen bekennen dat we niets weten, kan authentieke koanbeoefening beginnen. Laat de koan in je buik, waar het kan beginnen alsof je een hete ijzeren bal hebt ingeslikt, zo heet dat hij niet kan worden verteerd of verdreven. Sterker nog, soms zal de koan na vele jaren oefenen zijn deel doen, je geest zal zich openen in diep begrip.

De koan wordt gezien als het zaad van de verlichting. Soms duurt het lang om het te kweken, soms is de groeiperiode kort en direct. Om een ​​koan helemaal op te lossen, moet je hem natuurlijk laten groeien; een koan moet zichzelf onthullen. Om een ​​koan te koesteren en te verzorgen, concentreer je eenvoudig en continu op je bewuste aandacht, de essentie van die 'vraag' of van dat 'face-to-face'.

Bekende Koans

Wat is het geluid van één-klappende-hand?hand?

Er zijn in het Westen veel populaire koans bekend, zoals "heeft een hond de boeddhanatuur?" van zenmeester Zhaozhou, oftewel “het geluid van één handgeklap”. Hakuin Ekaku (1686-1769) heeft veel geleerden voor een raadsel gesteld toen ze het antwoord probeerden te vinden.

Zoals gedeeld, zijn de meeste koans geen vraag om een ​​mondeling antwoord of logische uitleg te krijgen. Er is echter een antwoord!

Nog een koan voorbeeld van "gehechtheid" (vastzitten aan iets). Op een dag liepen Tanzan en Ekido samen op een modderige weg. De zware regen viel nog steeds. Na een bocht ontmoetten ze een mooie jonge vrouw in een kimono met een zijden riem, aarzelend om de straat over te steken.

'Hé meid,' zei hij, onmiddellijk droeg Tanzan het meisje naar de overkant.

Ekido zag de actie en zweeg tot de nacht waarop de twee hun toevlucht zochten in een tempel. Ekido kon het niet langer verdragen en klaagde bij Tanzan: “Wij zijn monniken, we mogen niet in de buurt van vrouwen komen, vooral niet van mooie jonge meisjes. Maar waarom overtreedt u de voorschriften?”

"Wow, ik heb het meisje aan de overkant achtergelaten," zei Tanzan, "Breng je haar nog mee?!" Zoals alle koans heeft dit verhaal vele interpretaties. Maar een algemene les laat zien dat Ekido, ondanks dat hij fysiek niet "gehecht" was, de geest aan de vrouw liet "vastklampen".

Naast het verkennen van dubbelzinnigheid, bespotten koans vaak degenen die beweren de wereld om hen heen goed te kennen.

Een voorbeeld van 'begrijpen' is het verhaal van drie monniken die ruziën over een tempelvlag die wappert in de wind. De eerste monnik zei: "Ik zie een vlag bewegen". Terwijl de tweede monnik beweerde: "Het is niet de vlag die beweegt, maar de wind die beweegt."

Ze discussieerden heen en weer totdat een derde monnik tussenbeide kwam: "De vlag beweegt niet, en de wind is ook niet zo, maar jullie geest beweegt!"

Deze koan laat ons zien hoe 'boeddhistisch begrip' is. De eerste monnik benadrukte het belang van het observeren van de wereld, de tweede gaf prioriteit aan kennis die we uit die wereld kunnen afleiden.

Maar de "voorkeur voor bevestiging” van individuele monniken naar hun antwoorden zorgde ervoor dat ze inzicht in de werkelijkheid over het hoofd zagen. Dit druist in tegen de boeddhistische visie om dualistisch denken te elimineren. De derde monnik lost hun conflict op als een inzicht - beide monniken maken zoveel ruzie dat ze het grotere geheel niet zien.

Al deze uitleg geeft natuurlijk alleen maar aan hoe je deze koans kunt bekijken. Geen enkele wijsheid van de monniken, of zogenaamd wijze personages in deze verhalen, kan ze voor je aan.

Dat komt omdat het doel van de koans niet is om een ​​simpele oplossing te vinden. Het is een proces van reflectie, het worstelen met paradoxale puzzels, het uitdagen van ons verlangen naar een oplossing en ons begrip van 'begrijpen'.

Enkele koans zijn:

  • Hoe kan een oog zichzelf zien zonder een spiegel?
  • Hoe kan een ervaring ervaren ervaart te worden?
  • Wat is de vraag waarop het antwoord goed is als “ja” zegt en ook correct is als je “nee” zegt?
  • Wat is definitief in een diepe slaap?
  • Wat is het geluid van 1 klappende hand?
  • Hoe kan je met 1 hand klappen?
  • Hoe kan zonder opoffering een opoffering geschieden?
  • Als een boom valt in het bos en er is niemand om hem te horen, maakt hij dan een geluid?
  • Hoe kan ik trachten los te laten, als ‘trachten’ niet-loslaten is?
  • Ik wil niets meer, en zelfs dat niet.
  • Ik streef er naar, het streven achterwege te laten.
  • Wat is je oorspronkelijk gezicht voordat je ouders elkaar ontmoetten?
  • Wat is de kleur van de wind?
  • “Een monnik vroeg aan zijn leermeester: ‘Wat is de weg?’ De meester antwoordde: ‘Eens mens die met open ogen in een bron valt.'”
  • Als je niets kunt doen, wat kun je dan doen?
  • Mu!

De aartsvaders van Zen Koan

De patriarchen van Zen Koan zijn de afstamming van zenboeddhistische leraren die de beoefening van koanstudie van generatie op generatie hebben overgedragen. Het volgende is een kort overzicht van enkele van de belangrijkste patriarchen in de geschiedenis van Zen Koan:

Mazu Daoyi: Hij was een Chinese zenmeester uit de 9e eeuw die wordt beschouwd als een van de belangrijkste figuren in de ontwikkeling van koanstudie. Mazu staat bekend om zijn stijl van lesgeven, die de nadruk legde op het gebruik van "niet-blijvend" en "niet-weten" om conceptueel denken te doorbreken en toegang te krijgen tot directe ervaring. Dahui Zonggao: Hij was een Chinese zenmeester uit de 12e eeuw die de 'kanhua'- of' hua tou'-methode van koanstudie ontwikkelde, waarbij intense introspectie van een bepaalde zin of vraag nodig is om inzicht te krijgen. Dahui staat ook bekend om zijn nadruk op de beoefening van "shikantaza" of "gewoon zittende" meditatie. Dogen Zenji: Hij was een Japanse zenmeester uit de 13e eeuw die de Soto-zenschool stichtte. Dogen staat bekend om zijn nadruk op de beoefening van "zazen" (zittende meditatie) en zijn integratie van koan-studie in Soto Zen-beoefening. Dit zijn slechts enkele van de vele Patriarchen van Zen Koan die hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van deze belangrijke praktijk. Hun leringen blijven tot op de dag van vandaag zenbeoefenaars over de hele wereld inspireren.

Conclusie

Alle koans vereisen dat we ontwaken in het huidige moment en volledig in dat huidige moment leven zonder filter tussen ons en de rest van de werkelijkheid – geen filter tussen ons en de Gautama de Boeddha.

Als zen koans op de juiste manier wordt beoefend, zullen we ontdekken dat ons leven de grootste koan van allemaal is. Elk obstakel of elke omstandigheid die ons lijkt te scheiden van onszelf, of van iemand of iets anders, kan als een koan worden gebruikt.

Breng dat obstakel naar je geest, zoals hierboven beschreven, en wacht tot het rijp is en eraf valt zonder te proberen het te repareren, te veranderen of te analyseren. Je zult ontdekken dat alle hindernissen illusies van de geest zijn. De werkelijkheid duidelijk zien is het verwijderen van alle barrières in jezelf (kennis, vooroordelen, meningen), tussen jezelf en al het andere. De aartsvaders van het zenboeddhisme zeiden dat niets gescheiden of uitgesloten is, alles is nog steeds in beweging en verweven zonder enig onderscheid.