Piti
Het Boeddhistisch woordenboek
In zowel de Dharma als het Boeddhisme worden veel termen gebruikt die voortkomen uit het Pali of het Sanskriet. Veel van die termen zijn voor de meeste onbekend, andere hebben een betekenis vanuit het Hindoeïsme, maar hebben een heel andere betekenis in het Boeddhisme. Vertalen van deze termen naar het Nederlands is soms lastig omdat het vertaalde woord reeds een betekenis heeft. Op deze wiki hebben we een woordenboek opgesteld met de meest voorkomende termen uit het Boeddhisme (In Pali, Sanskriet of der Nederlandse vertaling) met een uitleg. Veelal bevat het ook een link naar een uitgebreider artikel.
Piti
Piti is verrukking en de 3e Jhãna factor. Binnen de meditatie verloopt Piti langs een geleidelijke schaal van geringe verrukking, kortstondige verrukking, overspoelende verrukking, verheffende verrukking en aanhoudende verrukking. Verrukking onderdrukt de hindernis van kwade wil.
Piti wordt ook beschreven als 1 van de 10 bezoedelingen van Inzicht. Op het pad van meditatie, of welk ander serieus spiritueel proces dan ook, liggen de nodige valkuilen. Deze worden in de Pali-canon de 10 vormen van bezoedeling van inzicht genoemd (bron: SN 35, SN 56.10, MN 115/iii64, AS h8, DN 15). Gautama de Boeddha gaf hierin aan op welke manieren een beoefenaar een onjuist beeld kan krijgen van zijn voortgang, een onjuiste route zou kunnen volgen of het onjuiste idee zou kunnen krijgen dat hij 'er is'. Piti is hier de intense vreugde of geluk die kan ontstaan, maar dit kan leiden tot zelfgenoegzaamheid.
Volledig artikel
lees meer over dit onderwerp op: Jhãna
lees meer over dit onderwerp op: Bezoedeling van inzicht