Voorschriften
Categorie indeling |
---|
Home |
Boeddhisme |
4 edele waarheden en het 8 voudige pad |
4 edele waarheden en het 8 voudige pad |
De 4 edele waarheden |
De 5, 8 en 10 voorschriften |
De 5 voorschriften van de boeddhistische moraal |
Het 8 voudige pad |
Mindfulness |
Vipassana |
Sillã
Op het boeddhistische spirituele pad van bevrijding naar Nibbana wordt de staat van volledige vrijheid van alle lijden, Sillã genoemd. Sillã is de basis waarop Sãmadhi (Concentratie) en Pañña (wijsheid) kunnen worden ontwikkeld. Zonder juiste moraliteit kan juiste concentratie niet worden ontwikkeld en zonder juiste concentratie kan wijsheid niet worden ontwikkeld. Morele discipline kan worden omschreven als het vermijden van onvaardige of ongezonde acties en betrokkenheid bij bekwame of gezonde acties. In de boeddhistische leer zijn ongezonde handelingen fysieke-, emotionele- en mentale handelingen waarbij de intentie achter een bepaalde handeling is gebaseerd op de negatieve eigenschappen hebzucht (lobha), haat (dosa) en waanideeën (moha) resulterend in negatieve of schadelijke gevolgen voor zichzelf, voor anderen of voor beiden. Heilzame handelingen zijn handelingen waarbij de intentie is gebaseerd op positieve eigenschappen van vrijgevigheid (alobha), liefdevolle vriendelijkheid (adosa) en wijsheid (amoha) met positieve of heilzame gevolgen voor zichzelf, voor anderen of voor beiden.
In de boeddhistische leer zijn er verschillende codes van morele discipline voor de lekengemeenschap en voor de kloostergemeenschap van boeddhistische monniken en nonnen. Voor de lekengemeenschap is de minimale moraliteitscode die van hen wordt verwacht, wat bekend staat als Pancha-sila, of vijf leefregels, waarvan wordt verwacht dat ze deze regelmatig in praktijk brengen. Er is ook een hogere code die bestaat uit 8 voorschriften die lekenboeddhisten mogen beoefenen op speciale religieuze dagen zoals de dag van de volle maan of de dag van de nieuwe maan van de maand en ook tijdens sommige meditatieretraites. Van degenen die het boeddhistische kloosterleven betreden, wordt verwacht dat ze 10 voorschriften in acht nemen met 227 aanvullende regels voor boeddhistische monniken en 311 aanvullende regels voor boeddhistische nonnen.
de 5 voorschriften
De vijf voorschriften (pañca-sila) is de fundamentele ethische code binnen het boeddhisme, nageleefd door de leken-boeddhisten. De term pancasila komt uit het Pali en betekent "de Vijf Regels of Voorschriften van Deugdzaamheid".
Zoals alle aspecten van de boeddhistische Dhamma of leer worden de vijf voorschriften eerder gezien als iets logisch dan als afkomstig van het bovennatuurlijke. De vijf voorschriften worden gevolgd uit vrije wil, niet omdat ze wordt opgelegd door bovennatuurlijke of wereldlijke autoriteiten. De vijf voorschriften luiden als volgt:
- Ik houd mij aan het voorschrift om af te zien van het doden van levende wezens.
- Ik houd mij aan het voorschrift om af te zien van het nemen van dat wat niet gegeven is.
- Ik houd mij aan het voorschrift om af te zien van seksueel wangedrag.
- Ik houd mij aan het voorschrift om af te zien van incorrect spreken.
- Ik houd mij aan het voorschrift om af te zien van het gebruik van verdovende middelen als alcohol en drugs, welke leiden tot onachtzaamheid.
Als iemand formeel boeddhist wordt, neemt hij zich in een kleine ceremonie voor om de vijf voorschriften na te volgen. Deze ceremonie wordt door een bhikkhu geleid. Als iemand een van de vijf voorschriften breekt en zich daarover schuldig voelt of graag zijn intentie opnieuw wil vastleggen, kan hij in een soortgelijke ceremonie de vijf voorschriften voor zichzelf herbevestigen.
Binnen het Tibetaans boeddhisme wordt door leken geen eed afgelegd en wordt er vaak gezegd, dat niet-monniken beter geen eed mogen zweren, aangezien een eed breken erger is dan een eed niet afleggen.
de 8 voorschriften
De Acht Voorschriften (Pali: atthasila) zijn een meer ascetische vorm van de Vijf Voorschriften en vormen zo een aanvulling op de basis-moraliteit voor leken in het boeddhisme.
De Acht Voorschriften worden op vrijwillige basis ondernomen, vaak op tijdelijke basis. Veel leken ondernemen de Acht Voorschriften een dag per week, op de Uposatha (de volle-maandag waarop de monnikengemeenschap maandelijks bij elkaar komt om de volledige set levensregels te reciteren). Zij kleden zich dan ook in het wit, wat symbool staat voor puurheid. De voornaamste reden voor het ondernemen van de Acht Voorschriften is dat het het leven eenvoudiger en simpeler maakt, en bevorderlijk is voor de ontwikkeling van meditatie.
Bij de Acht Voorschriften wordt het derde voorschrift van de Vijf Voorschriften vervangen met een striktere versie, en worden daarnaast drie extra voorschriften (de laatste drie) toegevoegd.
De Acht Voorschriften zijn:
- Ik onderneem de training van het niet doden van levende wezens.
- Ik onderneem de training van het niet nemen van wat aan anderen toebehoort (niet stelen).
- Ik onderneem de training van het afzien van al het seksueel gedrag.
- Ik onderneem de training van het niet liegen of de onwaarheid spreken.
- Ik onderneem de training van het niet consumeren van middelen die de geest bedwelmen (drugs, tabak en alcohol).
- Ik onderneem de training van het niet eten op de foute tijd (de foute tijd is van het middaguur tot het ochtendgloren).
- Ik onderneem de training van het niet bezoeken van shows en gelegenheden van vermaak en het niet dragen van lichamelijke versieringen en parfums.
- Ik onderneem de training van het niet gebruiken van een hoge en comfortabele slaapplaats.
vrouwen en de 8 Voorschriften
Vrouwen (voornamelijk in Thailand) die een religieus leven willen leiden hebben geen mogelijkheid om non te worden en kiezen daarom vaak ervoor om de Acht Voorschriften op permanente basis te ondernemen. In Thailand worden deze vrouwen Mae Chii's genoemd. Er zijn ook tempels waar slechts Mae Chii's verblijven. Meestal echter verblijven zij in normale kloosters waar voornamelijk bhikku's wonen.
Soms ondernemen oudere vrouwen die niet meer werken en al hun kinderen opgevoed hebben, de Acht Voorschriften voor langere tijd en blijven dan gewoon thuis wonen bij hun volwassen kinderen. Zij doen dit vaak tot aan hun dood.
de 10 voorschriften
De Tien Voorschriften (Pali: dasasila) zijn de voorschriften die de overgang van leek naar monnik in het boeddhisme kenmerken. Het zijn de voorschriften die door de novice-monnik en novice-non gevolgd dienen te worden.
- Ik onderneem de training van het niet doden van levende wezens.
- Ik onderneem de training van het niet nemen van wat aan anderen toebehoort (niet stelen).
- Ik onderneem de training van het afzien van al het seksueel gedrag.
- Ik onderneem de training van het niet liegen of de onwaarheid spreken.
- Ik onderneem de training van het niet consumeren van middelen die de geest bedwelmen (drugs en alcohol).
- Ik onderneem de training van het niet eten op de foute tijd (de foute tijd is van het middaguur tot het ochtendgloren).
- Ik onderneem de training van het niet bezoeken van shows en gelegenheden van vermaak.
- Ik onderneem de training van het niet dragen van lichamelijke versieringen en parfums.
- Ik onderneem de training van het niet gebruiken van een hoge en comfortabele slaapplaats.
- Ik onderneem de training van het niet gebruiken van goud en zilver
verschil met Vijf en Acht Voorschriften
De Tien Voorschriften bevat de regels die de Acht Voorschriften die basis-niveau van moraliteit combineren met een lichte versie van ascese. De zevende regel van de Acht Voorschriften wordt daarbij opgesplitst in twee regels, zodat de eerste tot en met de negende regel van de Tien Voorschriften in feite dezelfde zijn als de acht regels van de Acht Voorschriften . Daarnaast echter is er een extra regel die het gebruik van geld en goud ontoelaatbaar maakt. Iemand die de Tien Voorschriften volgt kan dus zelf geen geld verdienen of gebruiken en is daardoor voor zijn levensonderhoud totaal afhankelijk van de giften van leken, en dat maakt zijn leven meer dat van een monnik dan dat van een leek.
levensstijl
Daar de Tien Voorschriften slechts aan novice-monniken gegeven worden, gaan de Tien Voorschriften samen met een verandering in uiterlijk; het hoofd wordt kaalgeschoren en men gaat de traditionele kledij van de bhikku's en Bhikkuni's dragen.
Iemand die de Tien Voorschriften volgt is echter geen bhikku of bhikkuni, en hoeft zich niet aan alle regels van de vinaya en de patimokkha te houden. Het wordt echter vaak wel van de novices verwacht dat ze zich houden aan sommige van deze regels van de vinaya en de patimokkha.
Soms worden de Tien Voorschriften gebruikt als voorbereiding op het leven als bhikkhu of bhikkhuni: voordat men de ordinatie als monnik of non kan ontvangen moet men eerst een jaar 'trainen' met de Tien Voorschriften.
De positieve en negatieve effecten van de 5 voorschriften
De intentie waarom iets wel of niet te doen is binnen het Boeddhisme heel belangrijk. Dat je een handeling met negatief gevolg niet doet is heel juist. Maar als je het niet doet uit angst gearresteerd te worden kan het aanleiding zijn dat je het een volgend keer wel doet als de angst voor arrestatie kleiner is. Met de juiste intentie zal je de handeling met negatief gevolg nu niet doen, maar later ook niet. Dit worden de 3 vormen van onthouding (virati's) genoemd. De 3 onthoudingen (virati's) zijn die (mooie) mentale factoren die bijdragen aan het voorkomen van lijden in spreken, handelen en levensonderhoud.
natuurlijke onthouding (sampattavirati)
Dit is het onthouden van onzuiver gedrag als de gelegenheid zich voordoet op basis van ego-gerichte factoren zoals status, aanzien of beroep. Iemand kan zich onthouden van stelen uit angst betrapt te worden wat zijn status zou schaden. Dit is een vorm van onthouden vanuit een onzuivere intentie en is conditioneel.
Dit is het conditioneel naleven van leefregels om zodoende te voorkomen dat we lijden veroorzaken middels ons gedrag. Een verschil met natuurlijke onthouding is dat we door het opnemen van leefregels de gelegenheid tot onzuiver gedrag deels uitbannen. Een monnik leeft in een klooster en en heeft geen bezit, heeft geen baan of andere verantwoordelijkheden en komt zodoende niet in situaties waar bijvoorbeeld een getrouwde burger wel in verkeert. De gelegenheid tot onzuiver gedrag is dan deels afwezig en zodoende komt deze onthouding voort uit sillã.
onthouding door uitroeiing (samucchedavirati)
Dit is de meest zuivere vorm van onthouding omdat deze voortkomt vanuit een zuivere intentie. Iemand hoeft zich niet te onttrekken aan situaties om zich toch zuiver te gedragen. Het zuivere gedrag komt voort uit een diepgeworteld inzien en begrip dat bhavana-maya pañña wordt genoemd. Dit uitroeien is een proces op zich waarin de vier onbegrensdheden ontwikkeld dienen te worden en van daaruit is onthouding door uitroeiing pas mogelijk.
De 5 voorschriften moeten helemaal begrepen worden en vanuit de juiste intentie volbracht worden. Pas dan zullen deze 5 voorschriften een positief effect op je gaan hebben:
Voorschrift | negatief effect | positief effect |
---|---|---|
Ik houd mij aan het voorschrift om af te zien van het doden van levende wezens | niet doden omdat het niet hoort of mag | ontwikkeling van liefdevolle vriendelijkheid, mededogen en welwillendheid voor alle levende wezens |
Ik houd mij aan het voorschrift om af te zien van het nemen van dat wat niet gegeven is | niet stelen omdat het niet hoort of mag | ontwikkeling van eerlijkheid, vrijgevigheid en respect voor de rechten van anderen op hun eigendom |
Ik houd mij aan het voorschrift om af te zien van seksueel wangedrag | geen seksueel wangedrag omdat het niet hoort of mag | ontwikkeling van respect voor relaties en zelfbeheersing met betrekking tot sensuele verlangens |
Ik houd mij aan het voorschrift om af te zien van incorrect spreken | niet liegen omdat het zo hoort of mag | ontwikkleing vande gewoonte van ware spraak |
Ik houd mij aan het voorschrift om af te zien van het gebruik van verdovende middelen, welke leiden tot onachtzaamheid | geen verdovende middelen gebruiken omdat het niet hoort of mag | ontwikkeling van helderheid van geest en oplettendheid |