Bodhisattva
Categorie indeling |
---|
Home |
Boeddhisme |
Titulatuur |
Boeddhistische titulatuur |
Boeddhistische titulatuur |
Anagarika |
Arhat |
Bhikkhu |
Bodhisattva |
Boeddha |
Geshe |
Khenpo |
Lama |
Mahathera |
Majjhima |
Rinpoche |
Roshi |
Sayadaw |
Thera |
Tulku |
Navaka |
De Sanskriet term bodhisattva is het equivalent van de Pali term bodhisatta. De term bodhisattva wordt in het Mahayana-boeddhisme gebruikt, terwijl bodhisatta in het Theravada gebruikt wordt. In beide tradities verwijst het woord naar een wezen (sattva) dat naar verlichting (bodhi) streeft. De betekenis van het woord is echter in het Mahayana veranderd ten opzichte van de oudere leer van het Theravada. Deze nieuwe kijk op een bodhisattva is een van de voornaamste verschillen tussen het Mahayana en het Theravada-boeddhisme.
Theravada
In de Pali-canon van het Theravada-boeddhisme verwijst de term bodhisatta naar de Boeddha voordat hij opperste verlichting (nirvana) bereikte. Op het moment dat hij deze verlichting bereikte was hij geen bodhisatta meer maar een boeddha. In de suttas van de Pali-canon gebruikt de Boeddha vaak de zinsnede "toen ik nog een bodhisatta was". Hiermee verwees hij naar zijn huidige leven vóór zijn 35e jaar, toen hij het boeddhaschap behaalde. In de Jatakas verwijst bodhisatta ook naar de vorige levens van de Boeddha. Een bodhisatta is dus niet een verlicht persoon, maar is iemand die ernaar streeft de verlichting van een compleet ontwaakte boeddha te bereiken. Deze opvatting kan ook in de commentariële werken van het Theravada, zoals de Buddhavamsa, de Caryapitaka en de Visuddhi Magga, teruggevonden worden.
De traditie is dat van iemand die werkelijk naar het boeddhaschap streeft, dit ook door een boeddha gevalideerd wordt; een boeddha zal de aspirant-bodhisatta vertellen dat hij in werkelijkheid het boeddhaschap zal bereiken. De weg die de bodhisatta hierna nog moet doorlopen is uiterst lang; het is een weg van zelf-perfectie die biljoenen jaren en zeer veel levens in beslag neemt. Het leven direct vóórdat een bodhisatta het boeddhaschap bereikt wordt doorgebracht in de Tusita hemel.
De Jataka-verhalen uit de Pali-canon zijn verhalen over de vorige levens van de Boeddha, toen hij een bodhisatta was, strevend naar het perfectioneren van de paramitas (karaktereigenschappen). In deze verhalen was de bodhisatta soms een dier, soms een mens en soms een god. In een aantal van deze Jataka-verhalen brak de bodhisatta het basisniveau van moraliteit van De Vijf Voorschriften; het voorschrift tegen liegen brak hij echter nooit. Een paar van deze verhalen zijn zeer oud en stammen zelfs uit voor-boeddhistische tijd, maar andere zijn relatief laat en zijn na het overlijden of Parinibbana van de Boeddha opgesteld.
De term bodhisatta wordt alleen gebruikt om te verwijzen naar de verlichting van een Boeddha, niet naar de verlichting van een discipel (een arahant). Ajahn Mun, een beroemde Thaise bosmonnik in de eerste helft van de twintigste eeuw, was een bodhisatta totdat hij zich realiseerde hoelang het nog duurde voordat hij het boeddhaschap zou bereiken, en hoe veel lijden hij nog zou moeten doormaken voordat er een einde aan zou komen door het behalen van het boeddhaschap. Hij besloot toen het pad van de bodhisatta op te geven en zich te richten op het behalen van het arahantschap, wat hij nog tijdens zijn leven behaalde. Voor het behalen van het arahantschap hoeft iemand niet geperfectioneerd van karakter te zijn. Een arahant behaalt hetzelfde einde aan het lijden dat een boeddha behaalt, maar is afhankelijk van een boeddha om hem uit te leggen wat precies het einde aan het lijden is en hoe dit bereikt kan worden.
Mahayana
Na het ontstaan van het Mahayana (Mahayana is Sanskriet voor 'Groot Voertuig') wordt het begrip bodhisattva gebruikt in een nieuwe context. In de vroege geschriften van het Mahayana worden de namen arhat (Sanskriet voor het Pali-woord arahant) en bodhisattva met elkaar in contrast gesteld, en is een bodhisattva niet slechts een wezen dat naar Verlichting streeft, maar ook een 'Verlichtend Wezen', een wezen dat heel actief anderen bijstaat op het pad naar boeddhaschap. Deze opvatting kan teruggevonden worden in de Lotus-soetra en de Avatámsaka-soetra uit de eerste eeuwen van de westerse jaartelling.
De nieuwe opvatting over de bodhisattva als gids wordt dan in nog weer latere tijden uitgebreid tot zelfs niet-ademende dingen zoals de wierookwolken die in de ochtend vanuit de tempelhal opstijgen en meehelpen de geest van de recitanten voor die dag in de juiste richting te zetten.
De bodhisattva-carrière begint op het niveau van de gewone mens, en eindigt op een onzegbaar niveau waar nog slechts Boeddhakwaliteit is. En aangezien Boeddha volgens het Mahayana alle kwaliteiten is, zijn de manifestaties daarvan, de bodhisattvas, ontelbaar. Op het niveau van de gewone mens neemt men zich voor de bodhicitta te ontwikkelen, de permanente staat van geest die gericht is op het bereiken van boeddhaschap en het weldoend aanwezig zijn in de wereld.
Soms wordt wel gezegd dat de bodhisattva ook op het hoogste niveau zijn Verlichting uitstelt om alle andere wezens bij te kunnen staan. Dit is volgens sommige Mahayanageschriften echter onjuist. Deze geschriften stellen dat Verlichting er in ieder wezen altijd al is geweest. Iedereen heeft Boeddha-natuur. Dit moet alleen nog geactualiseerd en gerealiseerd worden. Wanneer een Bodhisattva dit vervolgens doet, beseft deze dat er "niets te bereiken valt".
Het pad van de bodhisattva wordt uitgebreid beschreven in een van de boeken van de Avatámsaka-soetra, de Tien Stadia. In een ander boek van diezelfde soetra worden de in het Mahayana zeer populaire 52 stadia van bodhisattvaschap beschreven. In dit boek bezoekt een jongeling genaamd Sóédhana 52 geestelijk leiders en leidsters vooraleer hij op het eindpunt is beland. Aan het einde van zijn zoektocht is Sóédhana nog steeds een jongeling, wat ernaar wijst dat tijd afwezig is in de legendarisch-mythische ruimte waar het verhaal zich afspeelt. Aan het einde van de soetra nodigt hij anderen uit naar zijn land te komen en dus ook de cultivatie van het boeddhaschap te ondernemen.
Bodhisattva-beloftes
De Bodhisattva-beloftes van het Mahayana boeddhisme zijn de beloftes dat iemand zijn verlichting uitstelt totdat alle levende wezens bevrijding en verlichting hebben gerealiseerd, en andere wezens ook met kracht en volharding helpt. Het aantal beloftes varieert. De specifieke belofte is verschillend afhankelijk van de school en van het niveau waarop iemand intreedt. De eerste keer dat de beloftes worden afgelegd is in gezelschap van een ander die Bodhisattva beloftes heeft afgelegd en die persoon is vaak een lama. Dit wordt in vele scholen beschouwd als het moment waarop iemand Boeddhist wordt en wordt vaak gevolgd door het toegewezen krijgen van een nieuwe naam. Het is tevens gebruikelijk de beloftes nogmaals af te leggen, indien men een belangrijke lama ontmoet.
De 10 stadia van de Bodhisattva
De 10 stadia van de Bodhisattva (de 10 landen, Bhumi) zijn stadia die een bodhisattva doorloopt. De eerste zes zijn aardse paramita-stadia, overige zijn transcendente staten.
pramudita-bhumi: Land van Vreugde
In dit stadium is de bodhisattva verheugd over het betreden van het pad van boeddhaschap. Hij heeft verlichtingsbesef (bodhichitta) verkregen en de bodhisattva-gelofte afgelegd. Hij beoefent met name de deugd van vrijgevigheid (dana) en kent geen egoïstisch denken of behoefte aan karmische verdiensten. De bodhisattva erkent nu de leegte van het ego en van alle dharma's.
vimala-bhumi: Land van Reinheid
Hier vervolmaakt de bodhisattva zijn discipline (shila); hij maakt geen misstappen. Hij beoefent dhyana en samadhi.
prabhakara-bhumi: Land van Schittering
De bodhisattva verkrijgt inzicht in de vergankelijkheid (anitya) van het bestaan en ontwikkelt de deugd van verdraagzaamheid/geduld (kshanti), door moeilijkheden aan te gaan en andere levende wezens actief te helpen zich te bevrijden. Hij heeft de drie vergiften (akushala) ontworteld. Dit stadium is mogelijk dankzij vastberadenheid, verzadiging en gelijkmoedigheid. De bodhisattva verwerkelijkt de 4 meditatiestaten (dhyana), de 4 stadia van vormloosheid (arupasamadhi), en de eerste 5 van de 6 bovennatuurlijke krachten (abhijna).
archismati-bhumi: Het Vlammende Land
De bodhisattva "verbrandt" resterende foute ideeën en ontwikkelt wijsheid. Hij beoefent de deugd van inzet (virya) en vervolmaakt de 37 "verlichtingsaspecten".
sudurjaya-bhumi: Land dat zeer moeilijk te veroveren is
In dit stadium gaat de bodhisattva op in meditatie (dhyana) om een intuïtieve greep op de waarheid te krijgen. Zo begrijpt hij de 4 edele waarheden en de "2 waarheden". Hij heeft twijfel en onzekerheid opgeruimd en weet wat de bedoeling is en wat niet. Hij werkt verder aan de vervolmaking van 37 verlichtingsaspecten.
abhimukhi-bhumi: Land met zicht op Wijsheid
Hier onderkent de bodhisattva dat alle dharma's vrij zijn van eigenschappen, van wording, van veelvoud, en hij ziet het onderscheid tussen bestaan en niet-bestaan. Hij verkrijgt inzicht in de ketens van voorwaardelijke ontstaan (pratitya-samutpada), overschrijdt het onderscheidend denken door vervolmaking van de deugd van wijsheid, en begrijpt de leegte (shunyata).
durangama-bhumi: Het ver Rijkende Land
De bodhisattva heeft nu kennis verkregen en de geschikte middelen (upaya) die hem in staat stellen elk levend wezen op de weg naar verlichting te leiden overeenkomstig diens mogelijkheden. In dit stadium vindt een overgang plaats naar een ander bestaansniveau, dat van een transcendente bodhisattva, iemand die zich kan manifesteren in elke denkbare vorm. Na dit stadium is het niet langer mogelijk terug te vallen in lagere bestaansvormen.
achala-bhumi: Het Onbeweeglijke Land
In dit stadium kan de bodhisattva nergens meer door gestoord worden; hij heeft namelijk de voorspelling ontvangen omtrent tijd en plaats van zijn boeddhaschap. Hij wint het vermogen zijn verdienste over te dragen op andere wezens, en ziet af van het verzamelen van karmische schatten.
sadhumati-bhumi: Land der Goede gedachten
De wijsheid van de bodhisattva is volledig; hij bezit de 10 vermogens (dashabala), de 6 bovennatuurlijke krachten (abhijna), de 4 zekerheden (vaisharadya), de 8 bevrijdingen (ashta-vimoksha) en de dharani. Hij kent de aard van alle bestaan en maakt het onderricht kenbaar.
dharmamegha-bhumi: Land der Dharma-nevel
Alle inzicht (jnana) en onmetelijke deugdzaamheid zijn verwerkelijkt. De dharmakaya van de bodhisattva is volledig ontwikkeld. Hij wordt omringd door talloze bodhisattva's op een lotus in de Tushita-hemel. Zijn boeddhaschap wordt bevestigd door alle boeddha's. Voorbeelden zijn Maitreya en Manjushri.
Bodhisattva belofte
De volgende belofte is afkomstig van Shantideva en dateert uit de 8e eeuw en wordt gebruikt binnen het Tibetaans boeddhisme.
- Met de wens om alle wezens te bevrijden
- Zal ik altijd mijn toevlucht nemen
- Tot de Boeddha, dharma en sangha,
- Totdat ik volledige verlichting bereik.
- Enthousiast gemaakt door wijsheid en mededogen
- Nu in tegenwoordigheid van de Boeddha
- Breng ik de op volledige ontwaking gerichte geest voort
- Voor het welzijn van alle levende wezens.
- Zolang de ruimte bestaat,
- Zolang er levende wezens zijn,
- Zolang hoop ik ook te blijven,
- En de ellende van de wereld te verdrijven.
Bekende bodhisattvas
- Akasagarbha - De Bodhisattva van oneindig geluk die eindeloos bewuste wezens helpt
- Avalokitesvara - De Bodhisattva van compassie en mededogen. Ze staat bekend als Guan Yin in Oost-Azië, Chenrezig in Tibet en Migjid Janraisig in Mongolië
- Ksitigarbha - De Bodhisattva van de wezens in de boeddhistische hel
- Mahasthamaprapta - Representeert de kracht van wijsheid en staat aan de linkerzijde van Amitabha in het Zuiver Land-boeddhisme
- Maitreya - De Bodhisattva die herboren zal worden en in verlichting zal komen. Hij zal de opvolger van Gautama de Boeddha worden
- Manjusri - Bodhisattva van de scherpe voorzichtigheid en wijsheid
- Nagarjuna - De stichter van de Madhyamakaschool in het Mahāyāna Boeddhisme
- Niō - Twee sterke gespierde bewakers van de Boeddha. Ze staan tegenwoordig vaak aan de ingang van boeddhistische tempels in Japan en Korea. Ze zijn de manifestaties van de Bodhisattva Vajrapani
- Padmasambhava - Deze wordt het meest vereerd in het Tibetaans boeddhisme en Bhutanese boeddhisme. De nyingmaschool ziet Padmasambhava als een tweede boeddha
- Samantabhadra - Bodhisattva van het practiseren en meditatie van alle Boeddha's
- Sangharama - Deze komt alleen voor in het Chinees boeddhisme, daoïsme en traditionele Chinese godsdienst. Sangharama refereert aan een groep van deva's die boeddhistisch kloosters en het geloof, de dharma, beschermen
- Shantideva - 8e-eeuwse wijsgeer die over de Bodhisattva's schreef
- Sitatapatra - De godin van de witte parasol en beschermer tegen het bovennatuurlijke gevaar
- Skanda - Een Dharmapala die de dharma bewaakt. Hij heeft linken met Vajrapani en is vergelijkbaar met Murugan, een Hindoe godheid. Skanda wordt vooral vereerd in het Chinees boeddhisme
- Supushpachandra - Wordt genoemd in Shantideva's Een gids naar Bodhisattva's wegen van leven
- Suryavairocana - Een van de twee helpers van Bhaisajyaguru Boeddha
- Tara - Vrouwelijke bodhisattva of set van Bodhisattvas in het Tibetaans boeddhisme. Zij representeert de deugden van succes in het werk en prestaties. Zij is ook een manifestatie van Avalokitesvara
- Vajrapani - Een vroege Bodhisattva in het Mahayana boeddhisme
- Vasudhara - Bodhisattva van overvloed en vruchtbaarheid. Deze wordt vooral vereerd in Nepal
Uitleg op film