Haat
Het Boeddhistisch woordenboek
In zowel de Dharma als het Boeddhisme worden veel termen gebruikt die voortkomen uit het Pali of het Sanskriet. Veel van die termen zijn voor de meeste onbekend, andere hebben een betekenis vanuit het Hindoeïsme, maar hebben een heel andere betekenis in het Boeddhisme. Op deze wiki hebben we een woordenboek opgesteld met de meest voorkomende termen uit het Boeddhisme met een korte uitleg. Veelal bevat het ook een link naar een uitgebreider artikel.
Haat
Haat (vyapada, dosa) is één van de mentale vergiften.
Gautama de Boeddha benoemde de Mentale vergiften als een keten die de mens bindt aan samsara (het dagelijkse, burgerlijke leven). Deze mensen zitten opgesloten in het wiel van geboorte-en-wedergeboorte en worden door deze ketenen daaraan verbonden. Er zijn 14 van deze ketens en het haat is er daar 1 van.
Haat is eigenlijk de twijfel (2e keten) die optreedt als bemerkt wordt dat het zintuiglijk verlangen (4e keten) niet standvastig en maakbaar is. Maar haat kan ook ontstaan als iemand onze regels en geloften (3e schakel) overtreed. En het kan optreden juist omdat we merken dat er zoveel twijfel (2e schakel) is. En tot slot omdat we geloven in een onveranderlijk individu terwijl door ziekte, ouderdom of anderszins dit lichaam niet doet wat we wel willen dat het doet.
Haat omvat alle gradaties van afkeer, kwade wil, boosheid, irritatie, ergernis en vijandigheid en karakteriseert zich altijd in woest- en wildheid. Haat treedt dus op als we bewust worden van het bestaan van één der anderen ketenen die ons bindt aan het lagere bestaan en is zodoende op zichzelf een 2e keten geworden. Middels verrukking (3e jhãna factor) maar ook door liefdevolle vriendelijkheid (mettã) is haat te beslechten. Deze haat wordt als niet-meer-terugkerende volledig opgelost.
Volledig artikel
Een volledig artikel over dit thema kan je vinden op mentale vergiften.