Sariputta
Categorie indeling |
---|
Home - Boeddhisme - Personen uit de Pali-canon |
Personen uit de pali canon |
Alara Kalama |
Ambapali |
Ananda |
Angulimala |
Anuruddha |
Assaji |
Bimbisara |
Devadatta |
Khema |
Maha Moggallana |
Maha Kassapa |
Pajapati Gotami |
Pasenadi |
Purna |
Rahula |
Subhuti |
Sariputta |
Uppalavanna |
Upali |
Yasodhara |
Sāriputta Upatissa (Pali, Sāri is de zoon van Sāri, Putra betekent jongen, Upatissa is zijn geboorteplaats.) leefde van 586-484 vóór Christus en was één van de belangrijkste en volgens velen de belangrijkste, leerling van Gautama de Boeddha. Hij kwam uit de kaste van Brahmanen en was ouder dan Gautama de Boeddha.
Voor hij Gautama de Boeddha ontmoette was Sāriputta, samen met Maha Moggallana, een monnik in een andere traditie n.l. die van Sañjaya. Zij waren echter ontevreden met zijn leer en spraken met elkaar af dat wanneer een van hen de ware leer tegenkwam, hij het de ander zou vertellen. Op een dag liep Sāriputta in de stad Rajagaha (het huidige Rajgir, India) en zag daar monnik Assaji lopen die een zeer serene indruk op hem maakte en zichzelf voorbeeldig gedroeg. Hij ging naar hem toe en vroeg wie zijn leraar was en wat de leer van zijn leraar was. Het antwoord dat Assaji hierop gaf is nu één van de meest beroemde verzen in het Boeddhisme:
Van alle dingen die door een oorzaak ontstaan,
De Tathagata (Boeddha) heeft de oorzaak ervan uiteengezet;
En hoe ze tot hun einde komen, dat vertelt hij ook,
Dit is de leer van de Grote leraar.
Zoals beloofd vertelde Sãriputta aan Moggallana wat er gebeurd was en gezamenlijk gingen ze naar Gautama de Boeddha om toe te treden tot de Sangha. Een maand later werd Sāriputta een Arhat (een volledig verlichte) terwijl hij naar een toespraak van de Boeddha luisterde en achter de Boeddha stond om hem koele lucht toe te zwaaien.
Karakter
Sāriputta was zachtaardig, geduldig en vriendelijk van karakter, en besteedde veel aandacht aan het verzorgen van zieke bhikkhus. Hij was de leerling die de boeddhistische filosofie het beste begreep tot bijna het niveau van de Boeddha zelf en gold voor de monniken als de belangrijkste leraar. Om die reden wordt hij ook wel dhammasenāpati, de generaal van de Dhamma genoemd. Zijn beheersing van en bekwaamheid in de eerste vijf van de zes bovennatuurlijke krachten waren echter niet hoog, zo kon hij bijvoorbeeld geen gedachten lezen en had hij ook geen magische krachten, deze waren de specialiteit van zijn beste vriend en medeleerling Maha Mogallana.
In zijn verdere leven hielp Sāriputta met het onderwijzen van andere, nieuwe monniken en stond bekend als iemand die veel aandacht besteedde aan het verzorgen van zieke monniken. Zijn specialiteit lag in het uitleggen van de Vier Edele Waarheden waarvan het begrip leidt tot het Sotapannaschap, de laagste graad van verlichting. De Boeddha vergeleek Sāriputta daarom met iemand die iets creëert of voortbrengt en Moggallana met degene die zorg draagt voor hetgeen voortgebracht is. Wanneer de Boeddha niet bereikbaar was werden Sāriputta en Mogallana gezien als zijn vertegenwoordigers. Verschillende toespraken (suttas) van Sāriputta zijn opgenomen in het Pali-canon.
Familie
Sāriputta had drie broers (Cunda, Upasena en Revata) en drie zussen (Cala, Upacala en Sisupacala). Zij werden allen monnik of non en behaalden allen het Arahantschap. Sāriputtas moeder Sāri had echter een vijandige houding tegenover de Boeddha en beledigde Sāriputta soms wanneer hij op bezoek kwam. Pas aan het einde van haar leven veranderde ze haar houding tegenover de Boeddha en zijn leer en werd een Sotapanna.
Nalanda
Nalanda is de grote kloosteruniversiteit nabij Rajgir, India. Het is de eerste universiteit die ooit is gebouwd en zowel Gautama de Boeddha als Sāriputta hebben daar les gegeven. Hoewel het in eerste instantie een algemene universiteit was is het in 261 v. Chr. door keizer Asoka omgezet in een boeddhistische universiteit. De grote tempel op het complex ter ere van deze monnik is de Sāriputta-tempel. Ananda
Ananda, neef en persoonlijke assistent van Gautama de Boeddha, prees Sāriputta met de volgende woorden:
Geleerd, O Heer, is de eerwaarde Sāriputta;
uitgerust met veel wijsheid, O Heer, is de eerwaarde Sāriputta.
Met brede, schitterende, snelle, kwieke en penetrerende wijsheid is de eerwaarde Sāriputta uitgerust;
hij heeft weinig wensen en is tevreden, neigt naar afzondering,
niet verzot op gezelschap, energiek, eloquent (welbespraakt), bereid te luisteren,
een instructeur die het kwade verwerpt.
Overlijden
Sāriputta is enkele maanden voor Gautama de Boeddha en Maha Moggallana in Upatissa, zijn geboorteplaats, een vreedzame en natuurlijke dood gestorven.
Luisterboek (Podcast)